Shãnxī - tussen Kunst en Kitsch op z'n Chinees! - Reisverslag uit Pingyao, China van Jolande Schoenmaker - WaarBenJij.nu Shãnxī - tussen Kunst en Kitsch op z'n Chinees! - Reisverslag uit Pingyao, China van Jolande Schoenmaker - WaarBenJij.nu

Shãnxī - tussen Kunst en Kitsch op z'n Chinees!

Blijf op de hoogte en volg Jolande

21 Mei 2015 | China, Pingyao

Kijkend uit het raam van trein K43, flitsen de laatste huizen van Beijing aan me voorbij. Mijn dagen in de Chinese hoofdstad zitten er op en ik ben onderweg naar mijn volgende bestemming: de provincie Shãnxī waar ik 3 stops heb. Ik heb er heel bewust voor gekozen om zoveel mogelijk van China te zien en reizen met de trein is dan een betere optie dan met het vliegtuig. En hoewel de reis hierdoor tweemaal zo lang wordt (nu ongeveer 7 uur) heb ik dat er wel voor over. Ik deel mijn 4-persoons compartiment met een Chinese dame, die na 10 minuten op haar bedje duikt en niet meer wordt waargenomen ^^ en een echtpaar uit Lyon. De Fransman spreekt goed Engels en we hebben beide al veel gereisd, dus dat was een leuke bijkomstigheid. Zijn vrouw was t Engels helaas niet machtig, maar mijn schoolfrans - meer dan een beetje roestig - werd door haar wel gewaardeerd.

Mijn eerste stop is Datong, de op een na grootste stad van de provincie. Er wonen om en na bij 3 miljoen mensen, die voornamelijk werken in het toerisme (Chinezen wel te verstaan, want niet-Chineze toeristen zijn hier nog een uitzondering) en de kolen industrie. Rondom de stad liggen een groot aantal kolenmijnen, eigendom van de staat. Het werken in de mijnen betaald vele malen beter dan welke andere sector dan ook vanwege het gevaar van het werk. Heel recent was hier in Datong nog een ongeluk waarbij 12 mijnwerkers de dood vonden, nadat een mijnschacht instortte.

In Datong heb ik een nieuwe gids en chauffeur en al snel blijkt dat deze gids, hoewel een hele aardige jonge vrouw, een veel conservatiever/communistischer insteek heeft dan Anni. De stad zelf is, ondanks een uitbundig schijnend zonnetje, een wat grauw en grijs aandoende stad. De afgelopen jaren is er miljoenen in de stad gepompt om meer toeristen naar de stad en de omgeving te trekken. Dat op zich lijkt aardig gelukt, echter al die miljoenen zijn vooral gestoken in de herbouw van historische gebouwen als tempels, pagodes en de stadsmuur. Dit is ten koste gegaan van veel huisjes van de minderbedeelde Datongers, die uit de stad verdreven zijn en in enorme appartementencomplexen buiten het centrum zijn 'gedumpt'. Huisjes geruimd en vervolgens tempels etc. uit de grond gestampt, het ziet er allemaal erg vreemd bijna surreëel uit. Mijn gids is echter lyrisch over wat de stad heeft bereikt en ik probeer mijn mening over dit alles enigszins te dimmen totdat ik morgen daadwerkelijk enkele van deze attracties van Datong ga bekijken.

Mijn hotel is een netjes 3* hotel in de stad, met alle voorzieningen. Helaas spreekt het personeel - m.u.v. de dames bij receptie - geen Engels, wat onmiddellijk tot onduidelijkheden leidt tijdens het diner. Dit bestaat uit een buffet, waarvoor je Yuan 58 betaald (omgerekend €8!!). Vantevoren afrekenen en gewoon aanzitten bij anderen aan de tig-persoons tafel. Gniffel, ik begreep daar dus geen hout van en bleef maar proberen een tafeltje voor mezelf te regelen > domme Hollander. Het Franse echtpaar van de trein ervaart dezelfde problemen en we lossen dit gezamenlijk op door een tafel voor onszelf te claimen en alle Chinezen laten ons lekker links liggen. Het eten is prima, met hier en daar wat vreemd spul dat ik maar laat liggen, o.a. konijnenkopjes en orgaanvleessoep.

De volgende dag is het tijd voor de bezienswaardigheden. Allereerst de Yungang grotten, een UNESCO worldheritage sight. Dit grottencomplex uit de 5e eeuw, ligt enkele kilometers buiten de stad en is een van de best bewaard gebleven voorbeelden van Budhistische grottenkunst. Tot 5 jaar geleden waren de grotten via een slechte weg te bereiken en kon je bijna tot aan de grotten doorrijden. Nu loopt er een speciaal aangelegde weg naartoe en kom je aan bij een enorm complex van gebouwen en muren meer dan 1,5 kilometers van de grotten zelf vandaan. Nou maakt het mij niet uit om een stukje te lopen, maar ik kom voor de grotten een niet voor een uit de grond gestampt modern tempelcomplex, waar hart noch ziel in zit. Dit is dus waar ik een beetje een voorgevoel van had toen ik gisteren in de stad aankwam. Het ziet er allemaal heel fraai en nieuw uit en de Chineze toerist lust er wel pap van want ze oh'en en ah'en uit volle borst, maar mij kan het niet echt bekoren, dus snel een paar foto's en op naar het werkelijk mooie spul. En mooi zijn ze de grotten. 45 in totaal, enkele tijdelijk gesloten i.v.m restauratie of vanwege instortingsgevaar, maar de meeste zijn toegankelijk. Hier wil ik wel oh'en en ah'en, het is een bijzonder schouwspel, de prachtige schilderingen, de enorme Buddha's en andere beelden, uit de zandstenen rotsen gehamerd met hand en beitel: RESPECT. De meeste zijn, ondanks weer en wind, ontzettend goed bewaard gebleven. In sommige grotten zijn de kleuren nog frappant helder en fris. Grot 5, 6 en 20 zijn het meest indrukwekkend.

Het is warm vandaag en bij de grotten stijgt de temperatuur tot boven de 30 gr., dus na een wandeling van ruim 3 uur is het tijd voor wat verfrissing, een lunch en dan terug naar de stad voor een bezoek aan de Huáyán tempel en klooster. Het complex bestaat uit actieve tempel (Upper Tempel) en een museum (Lower Tempel). Het werd gebouwd tussen 900-1100 na Chr., maar van het origineel zijn slechts twee gebouwen bewaard gebleven. Ze zijn wel de oudste gebouwen die de stad Datong rijk is. Het complex is jaren geleden, als zoveel andere, weer in 'oude glorie' hersteld. Van alle tempels die ik t.n.t. heb gezien is dit de minste, om de al eerder genoemde reden. Na de tempel rijden we door naar de 'Negen Draken Muur', 45,5 meter lang en 6 meter hoog, gebouwd in 1392 met 9 veelkleurige draken gemaakt van glazen tegels. Het is de grootste in zijn soort in China en een prachtig stukje kunst en zeker de moeite van een bezoek waard. De muur was ooit onderdeel van het paleis van een prins. Helaas is dat jaren geleden afgebrand.

Na twee dagen Datong en omgeving gaan we de bergen in, een verademing. Wutaishan is een van de 5 heilige bergen van China en voor de Chinese buddhisten. Op de 5 pieken van de Wutaishan zijn 5 tempels gebouwd. Veel gelovigen doen eenmaal in hun leven een pelgrimsreis naar deze 5 tempels. In het dal ligt een pelgrimsoord dat ook vaak Wutaishan wordt genoemd maar feitelijk Taihuai heet. Hier zijn ruim 50 tempels te vinden van verschillende pluimage: Tao- , Lama- en/of Chinees buddistisch. Zelfs na twee weken China is het me volslagen onduidelijk wat de exacte verschillen zijn. Mijn bezoek draait hier om het bekijken van een aantal van deze tempels: Doadaling, Pu Sa Dang, Xi'an Ting en de Ta Tuan. De eerste is alleen toegankelijk via een enorm stijl pad met 1080 treden óf met de skilift. De 1080 treden vindt je op veel plaatsen terug. Dit getal symboliseert de 1080 levensvragen/problemen die een mens moet overkomen gedurende zijn leven. Hier kun je ze dus één keer afhandelen, ben je voor de rest van je leven klaar en staat je alleen nog geluk en voorspoed te wachten. Ik houd wel van een extra uitdaging, dus ga voor ....... de skilift.

In alle tempels hier wonen/leven nog monniken. Er is ook een tempel waar budhistische nonnen wonen. In de tempels is het druk, er zijn veel pelgrims uit China, maar ook uit Tibet, Taiwan en India. We treffen er een monnik die veel met de Daila Lama heeft gereisd. Hij en twee jonge leerlingen willen graag alles weten over Nederland en we brengen een interessant half uurtje door met het uitwisselen van wetenswaardigheden over onze landen en culturen. Deze tempels in Taihuai zijn allen prachtig. Ook het feit dat het nog actieve tempels zijn, maakt dat de sfeer hier heel bijzonder. De wierook, de gezangen en bonte verzameling pelgrims geven hen een mystieke en buitengewone uitstraling. Naast tempels en pelgrims moet vooral de prachtige natuur van deze streek worden gemeld. Het berglandschap alleen al is de moeite van een bezoek waard.

Volgende en laatste stop is een andere UNESCO Worldheritage sight in deze provincie: Pingyao. Pingyao is China's oudste ommuurde stad. Het is een slaperig stadje met bergen charme. Hier kun je je onderdompelen in het oude China als het ware. Ik heb ervoor gekozen om hier een dag zonder gids door te brengen en ik wandel dan ook gewapend met een kaart uit het hotel en de Lonely Planet gids door de prachtige straatjes en steegjes. Verspreid over het stadje zijn een aantal bezienswaardigheden te vinden die ik wil bezoeken: de stadsmuur, de Confusius Tempel, de stadstoren en de de Rischenchang. Pingyao is grotendeels autovrij (alleen de inwoners mogen hier een auto hebben/rijden en dan nog heel beperkt). Er rijden wel golfkarretje rond, maar Pinyao is klein en alles is prima te belopen. Het doet een beetje denken aan een openluchtmuseum en er bestaat een 3-daags ticket dat toegang geeft tot alle bezienswaardigheden.
De Stadsmuren uit de 14e eeuw zijn prachtig bewaard gebleven. Er zijn 6 poorten en 72 torens. De muren kunnen worden bewandeld en je hebt vanaf deze 10 meter hoge muren een geweldig uitzicht over het stadje.
De Tempel is een oase van rust, weinig toeristen hier. De prachtige gebouwen dateren uit 1163. Hier moesten vroeger de ambtenaren hun keizerlijke examen afleggen.
De Stadstoren is het hoogste gebouw van de stad, vroeger kon hij beklommen worden, maar dat is helaas niet meer mogelijk.
Het Rìshēnchãng is een financieel museum. In dit gebouw startte men in 1823 de eerste Chinese bank, dat later uitbreidde naar 57 filialen in vele steden in China. Het gebouw bevat meer dan 100 ruimtes, van kantoren tot keukens en van gastenverblijven tot kluizen.

Al met al is Pingyao een juweeltje. Ik heb er een geweldige dag doorgebracht. Het is prima in een dag te doen. Het schijnt dat het stadje op weekend- en feestdagen overspoeld wordt door Chinese toeristen, maar ik heb er maar weinig gezien. Pingyao moet je gezien hebben om een goede indruk te krijgen van het oude China. Enige kleine minpunt van Pingyao waren twee, wat rusteloze, nachten als gevolg van mijn eerste ervaring met het beroemde Chinese stenen bed. Het prachtige, twee eeuwen, oude hotel in de oude stad is een plaatje en het personeel is vriendelijk en doet enorm zijn best om je overal mee te helpen. De kamers zijn prachtig en het ontbreekt me aan niets, maar de bedden ...... ohlala! Opgetrokken uit steen, daarop een houten plaat en dan een 2cm. dunne matras, mooi Pingyao vraagt een prijs voor al het moois dat ze de Westerse toerist te bieden heeft. Maar ze is 't waard LOL.

Inmiddels is het dinsdag de 19e mei. Vandaag pak ik de trein naar Xi'an, de snelle is me verteld. Geen 60, maar 200 km. per uur. Maakt niet uit, ik ga me vast inlezen in al het fraais dat de oude hoofdstad van China me te bieden heeft.

Ik meld me van daaruit weer ...... *zwaai*.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jolande

Actief sinds 01 Juni 2011
Verslag gelezen: 172
Totaal aantal bezoekers 49673

Voorgaande reizen:

04 Juni 2016 - 09 Juni 2016

Barcelona .... Olë !!!

02 Mei 2015 - 12 Juni 2015

Nǐ hǎo zhōngguó - Hallo China

24 Maart 2015 - 29 Maart 2015

Roma, Nuovamente

11 November 2014 - 18 November 2014

The Big Apple !!!

24 September 2014 - 28 September 2014

Praag, de gouden stad

05 Juli 2014 - 25 Juli 2014

African Explorer

26 April 2014 - 30 April 2014

IJsland, natuurlijk!!

13 April 2014 - 18 April 2014

La dolce vita a Firenze

08 Juli 2013 - 30 Juli 2013

Thailand en Cambodja

14 Maart 2013 - 17 Maart 2013

Rome

19 Juli 2011 - 06 Augustus 2011

Rondreis Jordanië en Israël

Landen bezocht: